Nr22 - Pekudei

  UP-DATE'S -- Hier vindt U de recente wijzigingen, toevoegingen en actuele publicaties

 

 

 

 

 

Start
Omhoog
English
עברית
Español
Wie zijn wij?
Activiteiten
Shabbath in Susya
Thora
Tenach
Emuna
Mitswot
Het Joodse vragertje
Messias
Beth HaMikdash
Joods denken
Jodendom
Kabbalah
ISRAEL
Zionisme
Aliyah
Gebeden
Zmirot
Citaten
Links
Noachidisch
Lectuur

 

 

 

Thora-gedeelte Pekudei (heffing)

 

Pekudei(kosten, oordelen), Ex 38:21-40:38, Haftara: I Koningen 7:51-8:21

 

Ex 38:21-40:38 21 Dit zijn de kosten van de tabernakel, de tabernakel der getuigenis, die berekend zijn op bevel van Moshé door de Levieten onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aharon.  22  Besaleel nu, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda, maakte alles wat de Eeuwige Moshé geboden had,  23  en met hem Oholiab, de zoon van Achisamak,  uit de stam Dan, een handwerker en kunstenaar, vervaardiger van veelkleurig weefwerk in blauwpurper, roodpurper, scharlaken en fijn linnen.  24  Al het goud dat gebruikt werd bij de verrichting van alle werkzaamheden aan het heiligdom, het goud van het beweegoffer, was negenentwintig talenten en zevenhonderd en dertig sikkels, naar de heilige sikkel.  25  Het zilver van de getelden der vergadering was honderd talenten en duizend zevenhonderd en vijfenzeventig sikkels naar de heilige sikkel:  26  een beka per hoofd, dat is een halve sikkel , naar de heilige sikkel, voor ieder die tot de getelden ging behoren, van twintig jaar oud en daarboven, ten getale van zeshonderdendrieduizend vijfhonderd en vijftig man.  27  Honderd talenten zilver dienden om de voetstukken van het heiligdom en van het voorhangsel te gieten, honderd voetstukken, naar de honderd talenten, een talent voor een voetstuk.  28  Van de duizend zevenhonderd en vijfenzeventig sikkels maakte hij haken voor de pilaren, overtrok er hun boveneinde mee en maakte daarvoor verbindingen.  29  Het koper van het beweegoffer was zeventig talenten en tweeduizend vierhonderd sikkels.  30  Daarvan maakte hij de voetstukken voor de ingang van de tent der samenkomst, het koperen altaar met het bijbehorende koperen traliewerk , al het gerei van het altaar,  31  de voetstukken van de voorhof rondom, de voetstukken van de poort van de voorhof, al de pinnen van de tabernakel en al de pinnen van de voorhof rondom. 39:1 Van het blauwpurper, roodpurper en scharlaken maakten zij ambtsklederen voor de dienst in het heiligdom; ook maakten zij de heilige klederen die voor Aharon bestemd waren, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  2  Hij maakte de efod van goud, blauwpurper , roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen.  3  Zij pletten de gouden platen en hij sneed ze in draden, om die te verwerken tussen het blauwpurper, het roodpurper, het scharlaken en het fijn linnen: kunstig werk.  4  Verbonden schouderstukken maakten zij ervoor, aan de beide einden was de efod verbonden;  5  en de gordel om hem aan te binden, die daarmee een geheel vormde, was op dezelfde wijze vervaardigd: van goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  6  Zij bewerkten de chrysopraasstenen,  ingevat in gouden kassen, gegraveerd als zegelgraveerwerk, met de namen der zonen van Israel.  7  Hij zette ze op de schouderstukken van de efod als gedachtenisstenen voor de Israelieten, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  8  En hij maakte het borstschild, kunstig werk, op dezelfde wijze als de efod: van goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen.  9  Vierkant was het; dubbel maakten zij het borstschild, een span lang en een span breed, dubbel.  10  Zij vulden het met vier rijen stenen:  een rij rode jaspis, chrysoliet en malachiet,  de eerste rij;  11  de tweede rij: hematiet, lazuursteen en prasem;  12  de derde rij: barnsteen, agaat en amethist;  13  de vierde rij: turkoois, chrysopraas en nefriet. In gouden kassen waren zij ingevat in hun zettingen.  14  De stenen overeenkomstig de namen der zonen van Israel, waren twaalf in getal,  overeenkomstig hun namen; als zegelgraveerwerk waren zij, elk met zijn naam, voor de twaalf stammen.  15  Zij maakten op het borstschild gedraaide kettinkjes, vlechtwerk van louter goud.  16  Zij maakten twee gouden kassen en twee gouden ringen en zetten de beide ringen aan de beide einden van het borstschild.  17  Zij deden de beide gevlochten kettinkjes van goud in de beide ringen aan de einden van het borstschild.  18  De beide andere einden der beide gevlochten kettinkjes maakten zij aan de beide kassen vast en zetten ze op de schouderstukken van de efod, aan de voorkant.  19  Zij maakten twee gouden ringen en zetten ze aan de beide einden van het borstschild, op de binnenrand, die naar de efod was toegekeerd.  20  Ook maakten zij twee gouden ringen en zetten die op de beide schouderstukken van de efod, onderaan aan de voorkant, dicht bij de plaats waar hij verbonden was,  boven de gordel van de efod.  21  Zij bonden het borstschild met zijn ringen aan de ringen van de efod vast met een blauwpurperen snoer, zodat het op de gordel van de efod vastzat, en het borstschild niet van de efod kon afschuiven, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  22  En hij maakte het opperkleed van de efod, weefwerk, geheel blauwpurper.  23  De opening van het opperkleed was in het midden ervan als bij een pantser, rondom die opening was een rand, opdat het niet scheurde .  24  Zij zetten op de zomen van het opperkleed granaatappels in blauwpurper,  roodpurper en scharlaken, getweernd.  25  Zij maakten belletjes van louter goud en zetten de belletjes tussen de granaatappels op de zomen van het opperkleed , overal tussen de granaatappels:  26  telkens een belletje en een granaatappel, rondom op de zomen van het opperkleed voor de dienst, zoals de Eeuwige Moshé geboden had .  27  En zij maakten de onderklederen van fijn linnen, weefwerk, voor Aharon en zijn zonen,  28  de tulband van fijn linnen, de sierlijke hoofddoeken van fijn linnen, de linnen broeken van getweernd fijn linnen,  29  en de gordel van getweernd fijn linnen,  blauwpurper, roodpurper en scharlaken:  veelkleurig weefwerk, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  30  Zij maakten een plaat, de heilige diadeem, van louter goud, en schreven daarin een inschrift, zegelgraveerwerk: Voor de Eeuwige heilig.  31  Zij zetten er een blauwpurperen snoer aan om ze op de tulband vast te maken,  zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  32 Toen was alle arbeid aan de tabernakel, de tent der samenkomst, voltooid, en de Israelieten hadden het werk verricht overeenkomstig alles wat de Eeuwige Moshé geboden had, zo hadden zij het verricht.  33  En zij brachten de tabernakel tot Moshé , de tent met al haar gerei, de haken,  planken, dwarsbalken, pilaren met hun voetstukken, 34  het dekkleed van roodgeverfde ramsvellen , het dekkleed van tachasvellen, het voorhangsel ter bedekking,  35  de ark der getuigenis met de draagstokken en het verzoendeksel,  36  de tafel, al haar gerei en het toonbrood ,  37  de kandelaar van louter goud, zijn lampen (de lampen die men daarop hun plaats geven moest) en al zijn gerei, de olie voor het licht,  38  het gouden altaar, de zalfolie, het welriekend reukwerk, het gordijn voor de ingang der tent,  39  het koperen altaar met het bijbehorend koperen traliewerk, de draagstokken en al zijn gerei , het wasvat met zijn voetstuk, 40  de gordijnen van de voorhof, zijn pilaren en zijn voetstukken, en het gordijn voor de poort van de voorhof, zijn touwen en zijn pinnen, al het gerei voor de dienst van de tabernakel, de tent der samenkomst,  41  de ambtsklederen voor de dienst in het heiligdom, de heilige klederen voor de priester Aharon, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bekleden.  42  Overeenkomstig alles, wat de Eeuwige Moshé geboden had, zo hadden de Israelieten al de arbeid verricht.  43  En Moshé zag al het werk, en zie , zij hadden het gemaakt zoals de Eeuwige geboden had; zo hadden zij het gemaakt . Toen zegende Moshé hen.  40:1 De Eeuwige sprak tot Moshé:  2  Op de eerste dag van de eerste maand zult gij de tabernakel, de tent der samenkomst,  oprichten.  3  Gij zult daarin de ark der getuigenis plaatsen en gij zult de ark door het voorhangsel aan het oog onttrekken.  4  Gij zult de tafel brengen en schikken wat erop behoort; gij zult de kandelaar brengen en zijn lampen erop zetten.  5  Gij zult het gouden altaar voor het reukwerk voor de ark der getuigenis zetten. Gij zult het gordijn voor de ingang van de tabernakel ophangen.  6  Gij zult het brandofferaltaar voor de ingang van de tabernakel, de tent der samenkomst,  zetten.  7  Gij zult het wasvat tussen de tent der samenkomst en het altaar zetten en er water in doen.  8  Gij zult de voorhof rondom uitzetten en het gordijn voor de poort van de voorhof ophangen .  9  Dan zult gij de zalfolie nemen en de tabernakel met al wat daarin is, zalven;  zo zult gij hem heiligen met al zijn gerei , en hij zal heilig zijn.  10  Ook zult gij het brandofferaltaar zalven met al zijn gerei; zo zult gij het heiligen, en het altaar zal allerheiligst zijn.  11  Ook zult gij het wasvat met zijn voetstuk zalven en het heiligen.  12  Dan zult gij Aharon en zijn zonen doen naderen tot de ingang van de tent der samenkomst en gij zult hen met water wassen.  13  Gij zult Aharon met de heilige klederen bekleden, hem zalven en heiligen , om voor Mij het priesterambt te bekleden.  14  Ook zijn zonen zult gij doen naderen en hen met onderklederen kleden.  15  Gij zult hen zalven, zoals gij hun vader gezalfd hebt, om voor Mij het priesterambt te bekleden; en dit geschiedt, opdat hun zalving voor hen tot een altoosdurend priesterschap zij in hun geslachten. 16  En Moshé deed dit; overeenkomstig alles wat de Eeuwige hem geboden had, zo deed hij.  17  Het geschiedde in de eerste maand in het tweede jaar op de eerste der maand dat de tabernakel werd opgericht.  18  Moshé richtte de tabernakel op,  plaatste de voetstukken, stelde de planken, bracht dwarsbalken aan en richtte de pilaren op.  19  Hij breidde de tent over de tabernakel uit en legde het dekkleed der tent er overheen, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  20  Hij nam de getuigenis en legde die in de ark, hij schoof de draagstokken aan de ark en legde het verzoendeksel bovenop de ark.  21  Hij bracht de ark naar de tabernakel,  hing het voorhangsel ter bedekking op en onttrok de ark der getuigenis aan het oog, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  22  Hij zette de tafel in de tent der samenkomst aan de noordzijde van de tabernakel, buiten het voorhangsel.  23  Hij schikte daarop het brood voor het aangezicht van de Eeuwige, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  24  Hij plaatste de kandelaar in de tent der samenkomst tegenover de tafel, aan de zuidzijde van de tabernakel.  25  Hij zette de lampen erop voor het aangezicht van de Eeuwige, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  26  Hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst voor het voorhangsel. 27  Hij ontstak daarop welriekend reukwerk , zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  28  Hij hing het gordijn voor de ingang van de tabernakel op.  29  Het brandofferaltaar zette hij bij de ingang van de tabernakel, de tent der samenkomst , en hij offerde daarop het brandoffer en het spijsoffer, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  10  Ook zult gij het brandofferaltaar zalven met al zijn gerei; zo zult gij het heiligen, en het altaar zal allerheiligst zijn.  11  Ook zult gij het wasvat met zijn voetstuk zalven en het heiligen.  12  Dan zult gij Aharon en zijn zonen doen naderen tot de ingang van de tent der samenkomst en gij zult hen met water wassen.  13  Gij zult Aharon met de heilige klederen bekleden, hem zalven en heiligen , om voor Mij het priesterambt te bekleden.  14  Ook zijn zonen zult gij doen naderen en hen met onderklederen kleden.  15  Gij zult hen zalven, zoals gij hun vader gezalfd hebt, om voor Mij het priesterambt te bekleden; en dit geschiedt, opdat hun zalving voor hen tot een altoosdurend priesterschap zij in hun geslachten.  16 En Moshé deed dit; overeenkomstig alles wat de Eeuwige hem geboden had, zo deed hij.  17  Het geschiedde in de eerste maand in het tweede jaar op de eerste der maand dat de tabernakel werd opgericht.  18  Moshé richtte de tabernakel op,  plaatste de voetstukken, stelde de planken, bracht dwarsbalken aan en richtte de pilaren op.  19  Hij breidde de tent over de tabernakel uit en legde het dekkleed der tent er overheen, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  20  Hij nam de getuigenis en legde die in de ark, hij schoof de draagstokken aan de ark en legde het verzoendeksel bovenop de ark.  21  Hij bracht de ark naar de tabernakel,  hing het voorhangsel ter bedekking op en onttrok de ark der getuigenis aan het oog, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  22  Hij zette de tafel in de tent der samenkomst aan de noordzijde van de tabernakel, buiten het voorhangsel.  23  Hij schikte daarop het brood voor het aangezicht van de Eeuwige, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  24  Hij plaatste de kandelaar in de tent der samenkomst tegenover de tafel, aan de zuidzijde van de tabernakel.  25  Hij zette de lampen erop voor het aangezicht van de Eeuwige, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  26  Hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst voor het voorhangsel.  27  Hij ontstak daarop welriekend reukwerk , zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  28  Hij hing het gordijn voor de ingang van de tabernakel op.  29  Het brandofferaltaar zette hij bij de ingang van de tabernakel, de tent der samenkomst , en hij offerde daarop het brandoffer en het spijsoffer, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  30  Hij zette het wasvat tussen de tent der samenkomst en het altaar en hij deed er water in voor de afwassingen.  31  Moshé en Aäron en diens zonen wiesen daarmee hun handen en hun voeten.  32  Wanneer zij kwamen in de tent der samenkomst en wanneer zij naderden tot het altaar, wiesen zij zich, zoals de Eeuwige Moshé geboden had.  33  Hij richtte de voorhof op rondom de tabernakel en het altaar, en hij hing het gordijn voor de poort van de voorhof op. Zo voleindigde Moshé het werk.  34 En de wolk bedekte de tent der samenkomst, en de heerlijkheid van de Eeuwige vervulde de tabernakel,  35  zodat Moshé de tent der samenkomst niet kon binnengaan, want de wolk rustte daarop, en de heerlijkheid van de Eeuwige vervulde de tabernakel.  36  Wanneer de wolk zich verhief van boven de tabernakel, braken de Israëlieten op, op al hun tochten.  37  Maar indien de wolk zich niet verhief , dan braken zij niet op tot de dag , dat zij zich verhief.  38  Want op de tabernakel rustte des daags de wolk van de Eeuwige, en des nachts was er een vuur in voor de ogen van het gehele huis Israël, op al zijn tochten. 

 

I Koningen 7:51-8:21 51  Toen al het werk dat koning Salomo aan het huis van de Eeuwige deed, voltooid was , bracht Salomo de geheiligde voorwerpen van zijn vader David erin; het zilver, het goud en die voorwerpen legde hij in de schatkamers van het huis van de Eeuwige.  8:1 Toen vergaderde Salomo de oudsten van Israël en al de stamhoofden, de familievorsten der Israëlieten, tot koning Salomo te Jeruzalem, om de ark van het verbond van de Eeuwige uit de stad Davids,  dat is Sion, opwaarts te brengen.  2  En alle mannen van Israël kwamen bij koning Salomo samen, op het feest in de maand Etanim, dat is de zevende maand.  3  Toen alle oudsten van Israël gekomen waren , hieven de priesters de ark op,  4  en zij brachten de ark van de Eeuwige, en de tent der samenkomst en alle heilige voorwerpen die in de tent waren, opwaarts; de priesters en de Levieten brachten ze opwaarts.  5  Koning Salomo nu en de gehele vergadering van Israël met hem, die bij hem samengekomen was voor de ark, offerden schapen en runderen, niet te tellen noch te berekenen vanwege de menigte.  6  Vervolgens brachten de priesters de ark van het verbond van de Eeuwige naar haar plaats, de achterzaal van het huis, het heilige der heiligen , onder de vleugels der cherubs;   7  want de cherubs spreidden beide vleugels uit over de plaats der ark, zodat de cherubs de ark en haar draagbomen van boven overdekten.  8  De draagbomen waren zo lang, dat hun uiteinden van het heilige uit voor de achterzaal zichtbaar waren, maar buiten kon men ze niet zien; zij zijn daar gebleven tot op de huidige dag.  9  Er was niets in de ark dan alleen de twee stenen tafelen die Moshé op Horeb erin gelegd had, de tafelen van het verbond dat de Eeuwige met de Israëlieten gesloten had , bij hun uittocht uit het land Egypte.  10  Toen de priesters uit het heiligdom naar buiten traden, vulde een wolk het huis van de Eeuwige,  11  zodat de priesters vanwege de wolk niet konden blijven staan om dienst te doen , want de heerlijkheid van de Eeuwige had het huis van de Eeuwige vervuld. 12 Toen zeide Salomo: de Eeuwige heeft gezegd in donkerheid te willen wonen;  13  voltooid heb ik de bouw van het huis U ter woning, een vaste plaats om daar eeuwig te wonen .  14  Daarna wendde de koning zich om en zegende de gehele gemeente van Israel,  terwijl de gehele gemeente van Israël stond .  15  En hij zeide: Geprezen zij de Eeuwige,  de God van Israël, die met zijn hand volbracht heeft, hetgeen Hij met zijn mond aldus tot mijn vader David gesproken had:  16  van de dag af, dat Ik mijn volk Israel uit Egypte leidde, heb Ik geen stad uit alle stammen van Israël verkoren om er een huis te bouwen, opdat mijn naam daar zijn zou, maar Ik heb David verkoren om over mijn volk Israël te heersen.  17  Toen mijn vader David voornemens was een huis te bouwen voor de naam van de Eeuwige , de God van Israël,  18  zeide de Eeuwige tot mijn vader David:  dat gij het voornemen hadt voor mijn naam een huis te bouwen, gij hebt er goed aan gedaan, dat gij dit voornemens waart,  19  gij evenwel zult het huis niet bouwen , maar de zoon die uit uw lendenen zal voortkomen, die zal het huis voor mijn naam bouwen.  20  de Eeuwige nu heeft het woord, dat Hij gesproken had, gestand gedaan, en ik ben opgetreden in de plaats van mijn vader David, en heb mij gezet op de troon van Israel, zoals de Eeuwige gesproken heeft, en ik heb dit huis voor de naam van de Eeuwige, de God van Israel , gebouwd,  21  en er een plaats bereid voor de ark,  waarin het verbond van de Eeuwige berust, dat Hij met onze vaderen gesloten heeft, toen Hij hen uit het land Egypte had geleid. 

 

 

 

Een paar gedachten

 

>Overeenkomstig alles, wat de Eeuwige Moshé geboden had, zo hadden de Israëlieten al de arbeid verricht (39:42). Sommige instructies zijn begrijpelijk of logisch. Anderen minder en nog weer anderen helemaal niet. Daar is meer geloof voor aanwezig bij het uitvoeren ervan.  De instructies van G’d opvolgen zoals gevraagd vraagt geloof en overgave.

 

>opdat hun zalving voor hen tot een altoosdurend priesterschap zij in hun geslachten (40:15) Ook de toekomstige priesters zullen uit het geslacht van Levi, uit de familielijn van de cohaniem komen.

 

>En de wolk bedekte de tent der samenkomst, en de heerlijkheid van de Eeuwige vervulde de tabernakel,  zodat Moshé de tent der samenkomst niet kon binnengaan, want de wolk rustte daarop, en de heerlijkheid van de Eeuwige vervulde de tabernakel. (40:34,35). Daar waar de instructies van G’d opgevolgd zijn kan G’d plaatsnemen in de tabernakel en zal Hij plaatsnemen. Hooglied 5:1  Ik ben gekomen tot mijn hof, mijn zuster, bruid.

 

>Wanneer de wolk zich verhief van boven de tabernakel, braken de Israëlieten op, op al hun tochten.  Maar indien de wolk zich niet verhief , dan braken zij niet op tot de dag , dat zij zich verhief (40:36, 37)  Het volk Israël kwam in beweging op het moment dat G’d dat wilde, eerder niet, later ook niet.

 

>Wanneer de wolk zich verhief van boven de tabernakel, braken de Israëlieten op, op al hun tochten.  Maar indien de wolk zich niet verhief , dan braken zij niet op tot de dag , dat zij zich verhief.  Want op de tabernakel rustte des daags de wolk van de Eeuwige, en des nachts was er een vuur in voor de ogen van het gehele huis Israël, op al zijn tochten (40:36-38). G’ds aanwezigheid is essentieel voor het bepalen van de juiste koers en richting. Daar waar het volk zich aan G’ds instructies hield was daar G’ds aanwezigheid die hen voorging. In het centrum van G’ds aanwezigheid in de tabernakel en later de Tempel, in de ark waren de 2 stenen tafelen met de tien geboden die een samenvatting waren voor de gehele Thora. 

 

 

Links voor bestudering van het  Thoragedeelte:

 

Nederlands:

http://www.joodsleven.nl/

http://www.nik.nl (onder Over Jodendom, Parasje van de week)

http://bethhamidrash.org/online/parashat-hashavua/

 

Engels:

http://ravkooktorah.org/

http://www.machonmeir.net/

http://www.torah.org/learning/torahportion.php3

http://www.chabad.org/parshah/default.asp

http://www.shemayisrael.co.il/parsha/eylevine/Archives.htm

http://israelvisit.co.il/top/previous.shtml

 

 

 

 

Start ] Omhoog ] [ Inhoud ]

Voor vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan
webmaster@shalom-center.org
Laatst bijgewerkt: 29 november 2021